Hechting en wat is het belang ervan?
Hechting is het verlangen en een behoefte van elk mens om nabijheid te zoeken van één of meerdere specifieke personen. Baby’s zijn er van nature op ingesteld een hechte liefdevolle relatie aan te gaan met tenminste één persoon. Deze relatie biedt het kind veiligheid, geborgenheid en voldoening. Hechting speelt een zeer belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kind en is essentieel voor een goede emotionele en sociale ontwikkeling. Het helpt een kind om een eigen persoonlijkheid te ontwikkelen.
Onderzoek heeft uitgewezen dat kinderen die zich goed hebben kunnen hechten aan één of meerdere personen in het eerste jaar van hun leven, sociaal emotioneel beter functioneren dan kinderen die niet de mogelijkheid hebben gehad zich veilig te hechten. Kinderen met een goede hechting blijken beter te kunnen omgaan met tegenslagen, hebben een beter gevoel van eigenwaarde, zijn sociaal vaardiger, weerbaarder, leergieriger en minder angstig. Wat overigens niet wil zeggen dat een kind dat angstig aangelegd is, weinig zelfvertrouwen heeft of sociaal minder vaardig of angstig is, zich niet goed heeft kunnen hechten. Ook bij goed gehechte kinderen zien we deze problemen. Alleen minder vaak dan bij kinderen die zich niet goed hebben kunnen hechten.
Hoe en wanneer ontstaat hechting?
Gedurende de eerste maanden van het leven wordt de basis gelegd en vindt hechting nog onbewust plaats. Dit gebeurd nog niet selectief. Door middel van gehechtheidsgedrag probeert een baby al heel jong de mensen om zich heen nabij te houden. Onder dit gehechtheidsgedrag vallen huilen, lachen, brabbelen, grijpen, zuigen en volgen met de ogen. De eerste weken probeert het kind nog niet selectief met iedereen contact te krijgen.
Maar zo rond de 3 maanden beginnen kinderen voorkeur te ontwikkelen voor een paar personen in hun directe omgeving. Het kind richt zijn of haar gehechtheidsgedrag voornamelijk nog op deze mensen en begint reactief te worden. Het reageert op de aanwezigheid en het gedrag van bepaalde personen. Dit gerichte gehechtheidsgedrag zorgt er voor dat het kind zich aan de ouders hecht, maar ook dat de ouders zich aan het kind hechten.
Vanaf 5 à 6 maanden begint het kind zich bewust te hechten aan de personen in zijn of haar directe omgeving. We zien dan vaak dat één persoon daarbij centraal komt te staan, dit noemen we exclusieve gehechtheid.
Maar zo rond de 3 maanden beginnen kinderen voorkeur te ontwikkelen voor een paar personen in hun directe omgeving. Het kind richt zijn of haar gehechtheidsgedrag voornamelijk nog op deze mensen en begint reactief te worden. Het reageert op de aanwezigheid en het gedrag van bepaalde personen. Dit gerichte gehechtheidsgedrag zorgt er voor dat het kind zich aan de ouders hecht, maar ook dat de ouders zich aan het kind hechten.
Vanaf 5 à 6 maanden begint het kind zich bewust te hechten aan de personen in zijn of haar directe omgeving. We zien dan vaak dat één persoon daarbij centraal komt te staan, dit noemen we exclusieve gehechtheid.
Kwaliteit gaat voor kwantiteit
Om een goede hechting te krijgen is het belangrijk dat er niet te veel verschillende personen voor het kind zorgen en niet teveel wisselingen hierin plaats vinden. En dat er personen zijn met wie het kind geregeld tijd doorbrengt. Echter enkel aanwezig zijn en het kind verzorgen is onvoldoende om hechting te bewerkstelligen. Het kind hecht zich aan die personen die adequaat reageren op de signalen van het kind. De kwaliteit en de continuïteit van de relatie is belangrijker dan de kwantiteit. Goed reageren op de behoeften van het kind is dus belangrijker dan veel tijd met het kind doorbrengen. En door gehoor te geven aan de behoeften van het kind leert het kind te vertrouwen op de omgeving.
Signalen van gehecht zijn aan één of meerdere mensen
Wanneer het kind rond de 7 à 8 maanden oud is, zien we dat het kind eenkennig begint te worden. Dat is een duidelijk signaal dat het zich gehecht heeft aan één of een meerdere personen in de directe omgeving van het kind. Ook begint het kind dan scheidingsangst te laten zien wanneer de personen waaraan het gehecht is, weg gaan.
8 maanden tot 2 jaar oud, fase voor veilige hechting wordt afgesloten
Meestal wordt rond de 8 à 9 maanden de kritieke fase voor de hechting afgesloten en is het kind veilig gehecht. Maar de hechting blijft natuurlijk nog wel toenemen. Tot 1,5 à 2 jaar kunnen kinderen nog veel moeite hebben gescheiden te worden van de personen aan wie ze gehecht zijn. En sommige kinderen blijven hier moeite mee hebben tot ze zo’n 4 jaar oud zijn.
Veilig of onveilig gehecht zijn
Gelukkig verloopt de hechting tussen ouders en kinderen over het algemeen goed. We spreken dan van veilige hechting. Maar soms verloopt de hechting niet zoals dit zou moeten. Dit kan komen door problemen bij het kind, zoals hoge prikkelbaarheid bij het kind, een huil baby of een kind met een gesloten karakter. Ook door problemen binnen het gezin of door emotionele problemen bij de ouders kan de hechting verstoord worden.
Onveilig gehecht en de 4 hechtingsstijlen
Als een kind onveilig gehecht is kan het zich uiten door extreem aan de ouders te gaan hangen, of het tegenovergestelde, juist amper contact zoeken met ouders of opvoeders.
Een veilig gehecht kind durft zolang het zich veilig voelt de wereld te verkennen en zoekt wanneer het angstig is de veiligheid op bij de ouders. De ouders reageren adequaat op de signalen en zijn er voor het kind wanneer het de ouders nodig heeft, maar geven het ook de ruimte om de wereld te ontdekken.
Wanneer ouders het kind afwijzen, verwaarlozen of niet reageren op de behoeften van het kind zien we angstig-vermijdende gehechtheid. Het kind vermijdt contact met de ouders en heeft over het algemeen ook weinig vertrouwen in andere mensen. Het komt in een isolement.
Er zijn ook ouders die enkel op het kind reageren vanuit hun eigen behoeften. Bijvoorbeeld met het kind spelen en knuffelen wanneer het eigenlijk wil slapen en wanneer het kind behoefte heeft aan spelen of knuffelen geven de ouders geen reactie. Dit leidt tot angstig-afwerende hechting, waarbij het kind vaak juist erg aan de ouder hangt omdat het kind onzeker is.
De meest onveilige hechting is de gedesorganiseerde hechting, welke over het algemeen ontstaat door een traumatische ervaring, zoals het verlies van een gehechtheidspersoon of door een psychiatrische ziekte bij de ouder. De ouder reageert dan sommige perioden wel adequaat op de behoeften van het kind en andere perioden helemaal niet. We zien bij deze kinderen zowel het zich vastklampen aan de ouder, als het zich afweren van de ouder. Het durft niet te vertrouwen op de ouder of opvoeder.
Een veilig gehecht kind durft zolang het zich veilig voelt de wereld te verkennen en zoekt wanneer het angstig is de veiligheid op bij de ouders. De ouders reageren adequaat op de signalen en zijn er voor het kind wanneer het de ouders nodig heeft, maar geven het ook de ruimte om de wereld te ontdekken.
Wanneer ouders het kind afwijzen, verwaarlozen of niet reageren op de behoeften van het kind zien we angstig-vermijdende gehechtheid. Het kind vermijdt contact met de ouders en heeft over het algemeen ook weinig vertrouwen in andere mensen. Het komt in een isolement.
Er zijn ook ouders die enkel op het kind reageren vanuit hun eigen behoeften. Bijvoorbeeld met het kind spelen en knuffelen wanneer het eigenlijk wil slapen en wanneer het kind behoefte heeft aan spelen of knuffelen geven de ouders geen reactie. Dit leidt tot angstig-afwerende hechting, waarbij het kind vaak juist erg aan de ouder hangt omdat het kind onzeker is.
De meest onveilige hechting is de gedesorganiseerde hechting, welke over het algemeen ontstaat door een traumatische ervaring, zoals het verlies van een gehechtheidspersoon of door een psychiatrische ziekte bij de ouder. De ouder reageert dan sommige perioden wel adequaat op de behoeften van het kind en andere perioden helemaal niet. We zien bij deze kinderen zowel het zich vastklampen aan de ouder, als het zich afweren van de ouder. Het durft niet te vertrouwen op de ouder of opvoeder.
Hechting voor het leven
Het eerste levensjaar van een kind is dus erg belangrijk voor de hechting tussen de ouders, opvoeders en het kind. Maar gelukkig betekent een moeilijk begin niet dat het kind dus voor het rest van het leven slecht gehecht zal zijn. Met behulp van begeleiding aan de ouders en opvoeders kan er gewerkt worden aan hechting en kan niet-gehecht zijn veranderen naar veilig gehecht zijn. Ook na het eerste levensjaar is de hechting nog beïnvloedbaar.
Oorzaken voor moeder-kind hechtingsbelemmeringen
Zowel fysieke als emotionele gebeurtenissen tussen moeder en kind kunnen zorgen voor een verstoorde hechting.
Voorbeelden van fysieke en emotioneel oorzaken van moeder-kind die hechting kunnen beïnvloeden en belemmeren:
Fysieke scheiding:
- Intensive care op kraamafdeling
- In de couveuse was nodig
- Kind is ziek bij de geboorte
- Kind is geadopteerd
- Kind is deel van een meerling
- Moeder en kind zijn direct na de geboorte gescheiden
- Moeder had een zeer zware bevalling
- Moeder kreeg verdoving tijdens de bevalling
- Moeder was erg ziek na de bevalling
- Moeder en kind waren in de 1e maanden gescheiden
- Een andere vorm van scheiding
- Ernstige financiële problemen
- Moeder verhuisde voor of kort na de bevalling
- Moeder had een miskraam
- Moeder was tijdens de geboorte verslaafd aan alcohol of drugs
- Moeder had een emotioneel probleem tijdens de zwangerschap of geboorte
- Moeder verloor een dierbaar familielid binnen twee jaar naar de geboorte
- Moeder en vader zijn gescheiden voor of kort na de geboorte
- Moeder kreeg een nieuwe liefde in haar leven
- Moeder werd ongewenste zwanger
- Andere mogelijke gebeurtenissen die hechting hebben verstoord
Hulp bij herstel van hechting met het 3 stappen model
Een slechte hechting ontstaat vaak door traumatische gebeurtenissen tijdens de zwangerschap, geboorte of kort daarna. Anthony Madrid ontwikkelde hiervoor een hechtingstherapie met het grote voordeel dat de behandeling niet het kind belast, maar gericht is op de moeder.
3 fases van de hechtingstherapie:
3 fases van de hechtingstherapie:
- Vind het trauma. Dit gebeurt d.m.v. vragenlijsten.
- Verhelder het probleem en ruim gebeurtenis met bijbehorende gevoelens op.
- Installeer een nieuwe ‘ideale’ zwangerschap en geboorte. (d.m.v. Hypnose of EMDR).
Wat is de taak van de hechtingstherapeut?
Als hechtingstherapeut maak je alleen maar de hechting mogelijk door te helpen bij het verwijderen van blokkades en het verbeelden van een nieuwe geboorte. En zet die in plaats van de oorspronkelijke herinneringen.
Voor welke doelgroep is deze therapie?
De belangrijkste doelgroep van de hechtingstherapeut zijn ouders, moeders en kinderen. Waarbij de focus ligt op het herstellen en positief verbeteren van de ouder-kind band.
De werkwijze die ik gebruik wordt het één gespreksmodel genoemd en werd ontwikkeld door Anthony Madrid. In eerste instantie werd het model ontwikkeld voor kinderen met astma. Maar al snel bleek dat herstel van hechting ook verbetering bracht bij allerlei andere opvoedingsproblemen.
De werkwijze die ik gebruik wordt het één gespreksmodel genoemd en werd ontwikkeld door Anthony Madrid. In eerste instantie werd het model ontwikkeld voor kinderen met astma. Maar al snel bleek dat herstel van hechting ook verbetering bracht bij allerlei andere opvoedingsproblemen.
Waarom niet-gehechtheid en kinderen met astma zo vaak samen gaan?
Hoe het komt dat het creëren van een nieuwe hechting en geboorte een directe verbetering oplevert voor in eerste instantie kinderen met astma, is nog onbekend. Men gaat er vanuit dat het immuunsysteem van een kind dat direct met astma verbonden is, verzwakt is geraakt door stress van de gespannen relatie tussen moeder en kind. Dit kan haar weerslag vinden op het immuunsysteem, de bronchiën en luchtwegen van het kind.
Waarbij en tot wanneer is hechtingstherapie vooral effectief?
- Moeder-kind moeilijkheden
- Kinderastma
- Kleine kinderen met een mislukte hechting waarbij de oorzaak van het hechtingsprobleem bekend is
- Opvoedingsproblemen, speciaal met kinderen die het vanaf hun geboorte moeilijk hebben
Door de oorzaak van een onveilige hechting te verwerken worden niet alleen moeilijkheden weggenomen, maar ook vele pijnlijke jaren van opvoedingsproblemen voorkomen.
Hechtingstherapie kan tot drie maanden na de geboorte gedaan worden.
Hoeveel sessies zijn nodig bij hechtingstherapie?
Er zijn 3 sessies van ongeveer 1,5 uur waarin we samen in gesprek en aan het werk gaan:
- De geschiedenis van jouw geboorte – uitleg over moeder-kind hechting – inventarisatie niet-hechten gebeurtenissen – vragenlijst moeder-kind – uitleg behandeling – uitleg over hypnose.
- Bevestigen van de niet-hechten gebeurtenis. Onderzoek naar niet-hechten gebeurtenis(sen) en hypnose van de moeder.
- Hoe gaat het met moeder en kind?
Waarom een vervolgafspraak soms nodig is
De mogelijkheid bestaat dat er na 3 sessies nog een volgende afspraak gepland wordt omdat het kind slechts gedeeltelijk of niet beter is.
Redenen hiervoor kunnen zijn:
Redenen hiervoor kunnen zijn:
- De niet hechten-gebeurtenis is niet opgeruimd
- De nieuwe geboorte slaat niet aan
- Er is nog steeds iets mis met de hechting
- Er is een andere niet-hechten gebeurtenis nog niet ontdekt
- Er is iets anders aan de hand wat verholpen en gerepareerd moet worden
Voordelen van hechtingstherapie?
- Het is een kortlopend traject
- Moeder is aanwezig tijdens de behandeling en het kind kan thuis blijven
- Moeder- en ouderkind problemen kunnen voorkomen of opgelost worden
- Veel menselijk leed, pijn en verdriet kan bespaard blijven
- Veel opvoedingsproblemen kunnen voorkomen of opgelost worden